Sinds 1 april 2006 is in Nederland volgrecht van
toepassing. Deze uit de EU afkomstige regeling komt er kort gezegd op neer dat
bij iedere verkoop na de eerste verkoop door de kunstenaar zelf een bepaald
bedrag over het verkoopbedrag wordt geheven, dat ten goede zou moeten komen aan
de kunstenaar. Tot op heden gold in Nederland het volgrecht alleen voor het
werk van levende kunstenaars. Vanaf 1 januari 2012 wordt de werking van het
volgrecht uitgebreid naar kunst van overleden kunstenaars tot 70 jaar na hun
overlijden. De uitbreiding betekent een aanzienlijke vergroting van het aantal
kunstwerken waarover volgrecht moet worden geheven. Naar schatting is de groep
kunstwerken waarover dan volgrecht moet worden afgedragen minstens vier keer zo
groot. Tarieven Het totale bedrag van het recht mag evenwel niet hoger liggen dan EUR 12.500 Het volgrecht is verschuldigd bij de verkoop van
kunstwerken wanneer sprake is van:
Dit percentage wordt dus gerekend bij een kunstwerk met een hamerprijs van tenminste € 2400, vermeerderd met 27% opgeld + het verschuldigde volgrecht. Het volgrecht is ingesteld om als vergoeding te dienen voor de kunstenaar. De opbrengst wordt gestort op een speciaal hiervoor opgerichte rekening en zal door een ingestelde instantie worden geïnd. Indien een werk meerdere malen wordt verkocht dan is over elke transactie volgrecht verschuldigd. De betreffende wetsartikelen zijn te vinden in de Auteurswet 1912, art. 43 tot en met 43 g. Nederland voldoet daarmee aan de Europese richtlijn van 2001/84/EG, waarin werd bepaald dat alle landen van de Europese Unie deze richtlijn in nationale wetgeving moeten omzetten.
Voor meer informatie omtrent het volgrecht zie: